Franciscus Cornelis Donders
Franciscus Cornelis Donders | ||||
---|---|---|---|---|
Donders (portret door zijn vrouw Bramine Hubrecht)
| ||||
Algemene informatie | ||||
Geboren | 27 mei 1818 | |||
Geboorteplaats | Tilburg | |||
Overleden | 24 maart 1889 | |||
Overlijdensplaats | Utrecht | |||
Land | Nederland | |||
Beroep | fysioloog | |||
Dbnl-profiel | ||||
|
Franciscus Cornelis Donders (Tilburg, 27 mei 1818 – Utrecht, 24 maart 1889) was een Nederlands hoogleraar geneeskunde en fysiologie. Hij verrichtte veel onderzoek naar oogfysiologie op welk gebied hij een grote reputatie verwierf. De huidige indeling, verklaring en correctie van oogafwijkingen (zie emmetropie (normaal oog), myopie (bijziendheid), hypermetropie (verziendheid), presbyopie (oudziendheid), de rol van accommodatie), is aan hem te danken.
Jeugd
[bewerken | brontekst bewerken]Donders werd geboren in Tilburg in een gezin dat naast hem zelf bestond uit acht dochters. Zijn vader Jan Frans Donders stond in de regio bekend als een succesvol koopman en hield zich voornamelijk bezig met chemie, muziek en literatuur. Toen Donders nagenoeg anderhalf jaar oud was overleed zijn vader, waardoor de zaken ook deels bij zijn moeder kwamen te liggen. Op een leeftijd van zeven jaar verliet Donders Tilburg voor de Brabantse Kempen. Donders werd als enige zoon binnen de familie enigszins verwend, waarna zijn moeder hem naar een kostschool stuurde in Duizel. Tot aan zijn elfde levensjaar was Donders kostleerling om vervolgens tot zijn dertiende levensjaar als ondermeester in de leer bij schoolhoofd Theodorus Ignatius Panken te zijn, tevens stichter van de school. Zodoende bracht Donders ten tijde van de Belgische Opstand een deel van zijn jeugd door in de armoedige grensstreek Acht Zaligheden.
Uiteindelijk ging Donders naar de Latijnse school te Boxmeer. Aangenomen wordt dat het besluit van koning Willem I om de onderwijstaken van de karmelieten verplicht over te dragen, een grote bijdrage heeft geleverd aan het achtergestelde onderwijs van destijds. Hierdoor verkreeg Donders zeeën van vrije tijd die veelal ingevuld werden met wandeltochten aan de Maas. Mede hierdoor zou zijn belangstelling voor de jacht en de visserij zijn ontstaan. Daarnaast besteedde hij in deze periode veel tijd aan zijn vioolspel. Donders gaf later in zijn publicaties ook aan weinig opgestoken te hebben met betrekking tot de Griekse, Latijnse en Nederlandse letteren en de moderne taal in het algemeen. Ondanks het beperkte onderwijs promoveerde Donders in 1835 alsnog naar de hogeschool.
Loopbaan
[bewerken | brontekst bewerken]Donders studeerde in Utrecht, maar promoveerde in 1840 in Leiden op een wetenschappelijk proefschrift. In Vlissingen en Den Haag werkte hij enige jaren als officier van gezondheid binnen het Nederlandse leger. In 1847 werd hij te Utrecht benoemd tot buitengewoon hoogleraar, in 1852 tot gewoon hoogleraar. Donders was allereerst fysioloog. Door zijn specialisatie op het gebied van de oogheelkunde werd hij de belangrijkste Nederlandse medicus van zijn tijd. Hij werd later in Utrecht als directeur van het Fysiologisch laboratorium opgevolgd door Theodor Wilhelm Engelmann.
Ooglijdersgasthuis
[bewerken | brontekst bewerken]In 1858 richtte hij met Herman Snellen het Ooglijdersgasthuis ("Nederlandsch Gasthuis voor Ooglijders"), ziekenhuis voor oogheelkunde op. Na zijn dood was een nieuwbouw ervan vele jaren gevestigd aan de F.C. Dondersstraat, een straat vernoemd naar deze hoogleraar.
Cognitieve processen
[bewerken | brontekst bewerken]Donders was ook geïnteresseerd in cognitieve processen. In zijn subtractiemethode ging hij ervan uit dat een (complex) psychisch proces bestaat uit een aaneenschakeling van eenvoudige processen waarvan men de duur afzonderlijk kan meten door het vergelijken van reactietijden. Dit vormde de basis van een benadering in de psychologie die later mentale chronometrie werd genoemd.
Waardering
[bewerken | brontekst bewerken]Ter gelegenheid van zijn zeventigste verjaardag schilderde Bramine Hubrecht zijn portret, zij trouwden later dat jaar. Aan het Janskerkhof is in 1921 een monument voor Donders onthuld, een werk van Toon Dupuis. Op zijn geboortehuis in de Nieuwlandstraat in Tilburg is een gedenkplaat aangebracht, waarvan de tekst is geschreven door Nicolaas Beets.
De naam van Donders is verbonden aan het Donders Institute for Brain, Cognition and Behaviour van de Radboud Universiteit Nijmegen, de F.C. Donders Leerstoel aan de Universiteit Utrecht en de Stichting Dondersfonds, in 1889 opgericht door F.C. Donders met als doel "Medewerking tot de vorming van fysiologen en ophthalmologen". Naast de F.C. Dondersstraat in de stad Utrecht, werden er straten naar hem vernoemd in onder andere Amsterdam, Bennekom, Bussum, Helmond, Hilversum, Groningen, Nijmegen, Tilburg en Vlaardingen.
Publicaties (selectie)
[bewerken | brontekst bewerken]- Franciscus Cornelis Donders: Dissertatio inauguralis sistens observationes anatomico-pathologicas de centro nervoso. [Proefschrift Leiden]. Trajecti ad Rhenum, apud Van der Post juniorem, 1840
- Franciscus Cornelis Donders: On the anomalies of accommodation and refraction of the eye. London, The New Sydenham society, 1864 (vertaling naar het Engels vanuit het manuscript; later in 14 andere talen vertaald)
- Franciscus Cornelis Donders: 'Kort begrip der refractie-anomaliën en van hare gevolgen'. In: Nederlandsch tijdschrift voor geneeskunde, 1863 (korte versie)
- Franciscus Cornelis Donders: On the speed of mental processes, 1869. Vertaald door W.G. Koster (1969). Attention and Performance 2. p. 412-431. Amsterdam: North Holland.
Externe links
[bewerken | brontekst bewerken]- Stichting koninklijk Nederlands gasthuis voor ooglijders te Utrecht - Archieven.nl
- Met het oog op Donders, een artikel uit Tilburg, tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur